25 mei, 2017

Choho, D66 & de Amsterdamse imam

Het is inmiddels een weekje geleden dat wethouder en D66-lijsttrekkerskandidaat Choho het zei: Amsterdamse imams moeten in Amsterdam geboren zijn. Daarna heb ik er niks meer over gehoord. En ik vind dat gek.

D66 laat zich altijd voorstaan op zijn open houding naar de wereld. Maakt zich druk over expats en het vrije verkeer van personen in de Europese Unie. Maar als het om imams gaat, laat de Amsterdamse kandidaat-lijsttrekker zich ronduit kennen als xenofoob. Natuurlijk - je schijnt dat tegenwoordig altijd te moeten schrijven, dus dat doe ik nu ook - zorgen over salafistische predikers zijn terecht. Maar wie denkt dat in Amsterdam geboren imams, moslims of mensen vanwege hun geboortegrond niet radicaliseren, kent zijn stad niet. Wie als oplossing voor zijn zorgen over de verspreiding van het salafisme kiest voor alleen geboren Amsterdammers als imam, laat zich van een hele nare kant zien.

Maar goed. Dat is dan Choho. Maar ik hoor er geen één D66-er over. Geen één! Hoe kan dat nou? Wat de man zei, past toch op geen enkele manier bij D66? Dan moeten er in die partij toch mensen opstaan die het belangrijk vinden om even te laten weten dat die Choho op dit punt helemaal alleen staat?

21 mei, 2017

Berliner Wasserbetriebe

Met het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht was ik op bezoek bij het Berliner Wassebetriebe. Stel je er niet te veel van voor: donderdagmiddag in de trein, vrijdag in de bus van hot naar her en zaterdagochtend weer terug. De moeite was het wel. En omdat zo’n reis betaald wordt van belastinggeld, laat ik hier graag weten wat ik er van leerde.

Twee dingen sprongen er uit. We bezochten een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Rioolwater zuiveren is in Berlijn geen ander proces dan in Amsterdam en omstreken. Het vieze water gaat aan de ene kant de zuivering in, en na verschillende behandelingen gaat het er schoon (genoeg) weer uit. Onderdeel van de rioolwaterzuiveringsinstallatie zijn voorbezinktanks. Dat zijn in Nederland grote ronde betonnen bakken, van soms wel tientallen meters in diameter. In Duitsland zijn het een soort enorme eieren, die op hun beurt dan weer tientallen meters hoog zijn. Niemand kon een verklaring geven voor het feit dat die voorbezinktanks in Nederland en Duitsland zo van elkaar verschillen. Althans, geen technische verklaring. En die is er natuurlijk ook niet. Duitse ingenieurs kunnen niet beter of slechter rekenen dan Nederlandse. Een verschil is er wel. De Nederlandse tanks zijn duur in het onderhoud, maar goedkoop om te bouwen. De Duitse zijn precies omgekeerd: duur om te bouwen, goedkoop in het onderhoud. De verklaring die uiteindelijk boven kwam drijven was cultuur. Daar doken we niet verder in, maar je kunt er natuurlijk alles bij verzinnen. Nederlandse zuinigheid, Duitse degelijkheid, bijvoorbeeld. Als eenvoudige jurist in een waterwereld die vol zit met technici trok ik vooral de conclusie dat die ene oplossing die technici altijd presenteren, heus niet echt altijd de enige juiste hoeft te zijn. Handig om er nu een verhaal bij te hebben.

Ook opvallend was de Duitse belasting op verhard oppervlak. In Nederland kennen we dat niet. Nederlandse regelgeving wil dat wie oppervlakte verhard, zorgt voor voldoende waterberging. Hoe meer verhard oppervlak (wegen, huizen, etc), hoe sneller regenwater op het riool terecht komt. En dat kan al dat water op een gegeven moment niet meer aan, met wateroverlast tot gevolg. Voor wie er nog meer over wil weten: volg deze link naar Rainproof. In Duitsland gaan ze een stap verder. Ook voor bestaand verhard oppervlak moet je belasting betalen. Hoewel het niet gaat om grote bedragen, had de invoering van de belasting wel effect. Na een jaar of tien was het verhard oppervlak met zo’n 10 tot 15% gedaald. Al met al een voorbeeld dat laat zien dat belasting ook in het waterbeheer een goede knop is om aan te draaien.

Tot slot. Nederlandse gemeenten, waterschappen en provincies hebben de afgelopen jaren fors bezuinigd op dit soort studiereizen. Snoepreisjes voor de elite, die aan de gewone burger niet zijn uit te leggen. Dit uitstapje naar Berlijn was de eerste keer in de meer dan 20 jaar dat ik politiek actief ben, dat ik op studiereis naar het buitenland ging. En ik vind het zinvol. Zinvol vanwege de dingen die ik heb geleerd. Maar ook zinvol omdat ik mijn collega-bestuurders beter en op een andere manier heb leren kennen. Wist ik veel dat die ene collega stijf van de zenuwen stond voor de (tweede) kampioenswedstrijd van Feyenoord? Ik ben ervan overtuigd dat we door dat soort dingen van elkaar te weten ook betere bestuurders worden, die elkaar makkelijker weten te vinden als het nodig is.